De hostiebakkerij en Sacramentsdag

16 juni 2022     Redactie en fotografie Geert Dekkers

 

Tijdens de Goede Week, de week voor Pasen, is Witte Donderdag in de Christelijke traditie een belangrijke dag. Op die dag introduceerde Jezus in het Bijbelse verhaal de eucharistie.

 

Volgens het geloof veranderen het brood en wijn op dat moment in het lichaam en bloed van Jezus en men noemt dit de consecratie. Tijdens de katholieke kerkdiensten deelt de pastoor hosties uit aan de gelovigen. Een hostie is eetbaar, maar je mag er niet op kauwen, omdat het platte witte schijfje gelijk staat aan het lichaam van Jezus. Daarop kauwen is heiligschennis, zo werd kinderen vroeger geleerd tijdens de godsdienstles. Eeuwenlang werden de hosties die de rooms-katholieke gelovigen wekelijks aten met zorg gemaakt. Die taak werd overgelaten aan begijnen en nonnen. Wij bezochten het Begijnenmuseum in Turnhout waar het arbeidsintensieve proces van het hostie maken uitvoerig getoond wordt.

 

Meel en water

Hosties mogen uitsluitend worden gemaakt van tarwemeel en koud water. Gist is uit den boze. Het meel voor het beslag moet vrij zijn van klontjes. In de middeleeuwen ontwierp men daartoe een bijzondere machine: de bloemzeef. Alleen het allerfijnste hagelwitte tarwemeel was geschikt voor een hostie. Als er andere ingrediënten werden gebruikt was de hostie niet geldig en werkte de consecratie niet.

 

 

De hostiepap werd bereid in een koperen mengkom waaraan een klopper was bevestigd. Het beslag werd in de hostiebakkerij op een metalen plaat uitgerold en ging dan de oven in. Na een korte baktijd werden de grote, dunne en hagelwitte plakken geponst met zogenoemde hostiestempels. Deze bestonden in diverse diameters. Na verloop van tijd werd dit proces in zekere zin gemechaniseerd met een hostiesteek. Het was met dat mechaniek mogelijk om in kortere tijd meerdere schijfjes te ponsen uit de grote versgebakken plakken.

 

De pastoor gebruikt tijdens de kerkdienst hosties met een grotere diameter, omdat deze ook achteraan in de kerk zichtbaar moeten zijn. Deze grote hosties zijn voorzien van een mooie sacrale afbeelding. Ze werden vroeger met behulp van speciale wafelijzers gefabriceerd. In het museum zijn diverse wafelijzers tentoongesteld. De hosties werden niet gratis gemaakt zo blijkt uit de overgebleven boekhouding van de begijnen. Het was lange tijd een levendige industrie waar heel wat geld in omging.

 

 

Juliana van Cornillon

In de lange lijst van Christelijke feestdagen was nog wat ruimte over in de dertiende eeuw. De non Juliana van Cornillon uit Luik vond dat de hostie ook een verjaardagsfeestje verdiende. Dat werd Sacramentsdag. Volgens het verhaal droomde ze iedere nacht van een stralende volle maan waaruit een hapje ontbrak. Ze verzamelde een groep geestelijke geleerden om zich heen. Onder haar supervisie concludeerden zij dat het ontbrekende stukje in de maan een aanwijzing was voor een feest rondom het sacrament, de hostie. De groep schreef een handleiding hoe het feest gevierd moest worden. Sacramentsdag bestaat nog steeds en wordt officieel gevierd op de tweede donderdag na Pinksteren.

 

De hostie gaat met de tijd mee. In de Sint Franciscuskerk te Oudewater kunnen de bezoekers van de mis kiezen uit een hostie die gemaakt is van zuiver tarwemeel of een glutenvrije hostie. Volkorenhosties waren al langere tijd in zwang.

Terug

^ Naar boven